Inhoudsopgave:

Kattenurinegeur: Maakt Ras Een Verschil?
Kattenurinegeur: Maakt Ras Een Verschil?

Video: Kattenurinegeur: Maakt Ras Een Verschil?

Video: Kattenurinegeur: Maakt Ras Een Verschil?
Video: kattenurine verwijderen hoe kan ik de geur van kattenpis verwijderen 2024, November
Anonim

Als u de geursterkte van de urine van een kat zou kunnen voorspellen op basis van het ras en de haarlengte, zou dit dan uw keuze beïnvloeden?

Nieuw onderzoek in het nieuwste tijdschrift Animal Physiology and Animal Nutrition suggereert dat je die informatie misschien hebt voordat je je volgende kat kiest. Nederlandse onderzoekers ontdekten dat kattenrassen met korter haar grotere hoeveelheden van de chemische stof hadden die de urinegeur "kattengeur" veroorzaakt dan rassen met langer haar. Waarom?

Wat veroorzaakt kattenurine om te ruiken?

Kattenbezitters kennen allemaal die kenmerkende urinekattengeur. Het is het meest intens bij de urine van intacte mannen en veel minder bij gecastreerde mannen en ongewijzigde en veranderde vrouwen. De chemische stof die verantwoordelijk is voor deze geur wordt terecht felinine genoemd. Felinine is een zwavelhoudend aminozuur dat het resultaat is van een normale biologische functie in het lichaam van de kat en wordt uitgescheiden in de urine. Zwavel is extreem geurig en is verantwoordelijk voor de geur die door katten in de urine wordt gecreëerd. Zwavel is ook het mineraal dat verantwoordelijk is voor de geur die wordt ervaren bij winderigheid (d.w.z. scheten laten).

De productie van katten is afhankelijk van twee belangrijke zwavelhoudende aminozuren in de voeding: methionine en cysteïne. Cysteïne is een zeer belangrijke voedingsstof die nodig is voor de haargroei.

Wat het onderzoek naar de geur van kattenurine heeft gevonden?

De onderzoekers analyseerden de urine van 83 particuliere katten. Ze waren allemaal intacte mannen en varieerden in leeftijd van 3-4,5 jaar. De geselecteerde rassen waren Abessijn, Brits korthaar, Birmaan, Noors Woud, Perzisch, Ragdoll, Siberisch en de haarloze Sphynx.

De onderzoeksresultaten toonden een significant verschil in urine felinine dat samenviel met de haarlengte van het ras. De enige uitzondering was de Perzische, een langharig ras. Hoewel Perzen meer katachtigen in hun urine hadden dan andere langharige rassen, hadden ze nog steeds minder dan de kortharige Abessijnen en de haarloze Sphynx.

Wat is de betekenis van haarlengte bij katten?

Zoals hierboven vermeld, is het aminozuur cysteïne erg belangrijk voor de haargroei. Cysteïne in de voeding zou daarom concurreren tussen haargroei en de productie van katten. De onderzoekers suggereren dat langerharige rassen genetisch zijn aangepast om het gebruik van cysteïne voor haargroei te bevorderen in plaats van de urineproductie van felinine. Dit zou een belangrijke aanpassing in het wild zijn als het dieet cysteïne-deficiënt zou zijn. Dieren met kortere haargroei hebben minder behoefte aan cysteïne en kunnen grotere hoeveelheden felinine in hun urine elimineren.

De onderzoekers vonden de Perzische gegevens verbijsterend. Omdat de diëten in deze studie niet cysteïne-deficiënt waren, suggereerde de onderzoeker mogelijke toekomstige studies die naar dezelfde urineproductie van katten in Perzen keken op een dieet met een tekort aan cysteïne en methionine, het andere zwaveldonerende aminozuur.

Omdat ik een veterinair ziekenhuis had voor alleen katten, was ik altijd geïntrigeerd door de grote variatie aan urinegeuren van mijn gehospitaliseerde patiënten. Ik kan niet zeggen dat ik me de specifieke kenmerken van de rassen met verschillende urinegeuren herinner, maar ik weet dat ze niet leden aan urinewegaandoeningen, die de urinegeur kunnen veranderen. Na het lezen van dit onderzoek vraag ik me af of mijn neus niet hetzelfde experiment uitvoerde als deze Nederlandse dierenartsen die vele jaren geleden.

En jij? Heb je een ras- of haarlengtetrend opgemerkt die correleert met de sterkte van de urinegeur van je kat?

Beeld
Beeld

Dr. Ken Tudor

Referentie:

Uitscheiding van katten bij huiskattenrassen: een vooronderzoek. Hagen-Plantinga EA, Bosch G, Hendriks WH. J Anim Physiol Anim Nutr (Berl). 2014 juni;98(3):491-6. doi: 10.1111/jpn.12097.

Aanbevolen: