Inhoudsopgave:

Verminderde Beweging Van De Maagspieren Bij Konijnen
Verminderde Beweging Van De Maagspieren Bij Konijnen

Video: Verminderde Beweging Van De Maagspieren Bij Konijnen

Video: Verminderde Beweging Van De Maagspieren Bij Konijnen
Video: De spijsvertering bij het konijn 2024, Mei
Anonim

Gastro-intestinale hypomotiliteit en gastro-intestinale stasis bij konijnen

Gastro-intestinale hypomotiliteit (waarbij "hypo" deficiëntie betekent) is een syndroom waarbij de spieren van het spijsverteringsstelsel slecht samentrekken, wat resulteert in een abnormaal langzame beweging van ingenomen voedsel door het spijsverteringskanaal. Gastro-intestinale stasis daarentegen is een aandoening waarbij er geen beweging van voedsel door het spijsverteringskanaal is.

Gastro-intestinale hypomotiliteit wordt vaker gezien bij konijnen van middelbare tot oudere leeftijd die een ongepast dieet volgen, maar kan voorkomen bij konijnen van elke leeftijd.

Symptomen en typen

Konijnen zijn extreem gevoelig voor veranderingen in het dieet. Motiliteitsproblemen kunnen bijvoorbeeld optreden wanneer een konijn niet voldoende langgesteelde, grove vezels krijgt - zoals wanneer het dieet van een konijn voornamelijk bestaat uit commercieel gepelleteerd voedsel, zonder hooi of grassen. Naarmate de beweeglijkheid vertraagt, leidt de ophoping van voedsel, vacht en andere materialen in de maag tot uitdroging, constipatie en verdere hypomotiliteit.

Andere symptomen die gepaard gaan met gastro-intestinale hypomotiliteit en stasis zijn onder meer:

  • Verlies van eetlust
  • Gewichtsverlies
  • Buikpijn
  • Shabby jas
  • Lethargie en depressie (bij acute obstructie)
  • Chronische, intermitterende diarree met zachte, plakkerige ontlasting
  • Fecale pellets worden vaak schaars en klein van formaat, en wanneer er volledige gastro-intestinale stasis is, wordt er geen ontlasting geproduceerd
  • Tekenen van pijn, zoals tandenknarsen, gebogen houding en onwil om te bewegen

Oorzaken

Verlies van eetlust als gevolg van infectie- of stofwisselingsziekte, pijn of honger kan ook een lage beweeglijkheid van de darmen veroorzaken. Soms verandert ook de darmomgeving (ten opzichte van de bacteriën en andere vloeistoffen), wat leidt tot een onbalans in de zuurgraad van de darmomgeving en bijdraagt aan dit syndroom. Andere veel voorkomende onderliggende oorzaken van gastro-intestinale motiliteit en stasis zijn:

  • Verlies van eetlust
  • Bijwerking
  • Gebrek aan lichaamsbeweging als gevolg van opsluiting in de kooi, obesitas, ziekte of letsel
  • Stress door vechten of nieuwe toevoeging van dieren in het huishouden

Diagnose

Er zijn verschillende mogelijke oorzaken voor deze aandoening, dus uw dierenarts zal hoogstwaarschijnlijk differentiële diagnose gebruiken, een proces dat wordt geleid door een diepere inspectie van de schijnbare uiterlijke symptomen, waarbij elk van de meest voorkomende oorzaken wordt uitgesloten totdat de juiste aandoening is opgelost en kan adequaat worden behandeld. Uw dierenarts zal eerst een grondig lichamelijk onderzoek van uw konijn uitvoeren, rekening houdend met de achtergrondgeschiedenis van symptomen en mogelijke incidenten die tot deze aandoening kunnen hebben geleid. Hij of zij zal dan een volledig bloedprofiel maken, inclusief een chemisch bloedprofiel, een volledig bloedbeeld, een urineonderzoek en een elektrolytpanel; vaak zijn de resultaten van deze tests normaal.

Om een nauwkeurige diagnose te stellen, moet uw dierenarts de buikstreek echter inwendig bekijken. Als er een massa is die het darmkanaal blokkeert, kan de arts de exacte locatie lokaliseren met behulp van visuele diagnostiek zoals röntgenbeeldvorming en endoscopie. Deze laatste methode maakt gebruik van een kleine camera die is bevestigd aan een flexibele buis, die via de mond in de eigenlijke te onderzoeken ruimte kan worden gestoken. Op deze manier kan uw dierenarts een nauwkeuriger beeld krijgen van het darmkanaal en kan hij de onderliggende oorzaak van de gastro-intestinale hypomotiliteit of anorexia identificeren.

Behandeling

Als ze niet op de juiste manier worden behandeld, kunnen hypomotiliteit en stasis van het maagdarmkanaal beide onmiddellijk levensbedreigende situaties worden, vooral als uw konijn in één tot drie dagen niet heeft gegeten. Eerst zal intraveneuze vloeistoftherapie worden gegeven om elektrolyten en voedingsstoffen aan te vullen. Meestal worden dan modifiers voor de darm- en maagmotiliteit voorgeschreven. Maar als niet- of laag-invasieve technieken niet op betrouwbare wijze kunnen worden gebruikt om de inhoud van de darmen uit het lichaam te verwijderen, moet een operatie worden uitgevoerd om ze te verwijderen.

Ondertussen, als de hypomotiliteit of stasis te wijten is aan de aanwezigheid van een vreemd voorwerp, kan er schade aan het darmkanaal optreden als gevolg van de aanwezigheid of beweging van het voorwerp. Een operatie kan nodig zijn om het vreemde lichaam te verwijderen en de druk te verlichten. Antibiotica kunnen ook worden voorgeschreven als preventieve maatregel tegen opportunistische infecties, en pijnstillers en kalmerende middelen kunnen worden voorgeschreven als uw konijn pijn heeft.

Wonen en Management

Het voorkomen van obesitas is van vitaal belang, omdat het een bekende risicofactor is bij darmaandoeningen. Wel is het belangrijk dat uw konijn tijdens en na de behandeling blijft eten. Moedig de inname van orale vloeistof aan door vers water aan te bieden, bladgroenten nat te maken of water op smaak te brengen met groentesap, en een grote selectie verse, bevochtigde groenten aan te bieden, zoals koriander, romaine sla, peterselie, worteltopjes, paardebloemgroenten, spinazie, boerenkool, en grashooi van goede kwaliteit. Bied uw konijn ook zijn gebruikelijke gepelleteerde dieet aan, maar voer uw konijn geen koolhydraatrijke, vetrijke voedingssupplementen tenzij uw dierenarts dit specifiek heeft geadviseerd.

Als uw konijn dit voedsel weigert, moet u een papmengsel met een spuitje voeren totdat het zelf weer kan eten. En tenzij het konijn nog steeds verzwakt is door de operatie, moedig het aan om elke 6 tot 8 uur minstens 10 tot 15 minuten te oefenen (d.w.z. te springen).

Aanbevolen: